Overijssel

Kampen in de 13de eeuw rijker dan Amsterdam

Toen in 2020 het maken van verre reizen vrijwel onmogelijk was in verband met COVID-19, hebben wij het plan opgevat om vanuit mijn geboortestreek te gaan wandelen naar Moskou. En dan niet van grote stad naar grote stad, maar middels het volgen van oude handelsroutes die gaan van dorp naar dorp.

Al in de vroege middeleeuwen vond er vanuit Nederland handel plaats met Duitsland, Scandinavië, Rusland, Engeland en Portugal. Eén van Nederland’s rijkste steden in de 13de eeuw was Kampen. Door haar ligging aan de Zuiderzee en aan de monding van de IJssel vervulde zij een belangrijke rol als handelsstad. Er werd zout uit Portugal gebracht en pelsen uit Rusland gehaald. De schepen konden hun vracht in Kampen verhandelen of vaarden via de IJssel over de Rijn door naar de binnenlanden van Duitsland.

En de Kampenaren waren niet dom. Al in de 15de eeuw bouwden zij een brug over de IJssel en moest ieder vrachtschip tol betalen om de IJssel op te varen naar Deventer en verder.

Foto: De Kamperbrug met gouden tandwielen

Tegelijkertijd stonden de stadspoorten open voor iedereen die er maar wilde wonen. Hoogduitse en Portugese Joden vonder er een plek, maar ook protestanten, katholieken en gereformeerden. De inwoners van Schokland, die in 1859 hun eiland moesten verlaten, vestigden zich ook vlakbij Kampen.

Vandaag de dag telt de stad 36.000 inwoners en lijkt het op een ‘gemiddelde’ Nederlandse stad. Toch kun je overal in het stadscentrum restanten aantreffen van haar rijke geschiedenis.

In deze blog neem ik je mee naar een aantal bijzondere plaatsen, waar je nog iets kunt proeven van Kampen’s gouden jaren.

Kamperpoorten

De oude stadsmuren zijn verdwenen. In de 18de eeuw werden ze neergehaald om gebruikt te worden voor het bouwen van strekdammen in de monding van de IJssel. Die dammen moesten ervoor zorgen dat de monding van de IJssel niet meer zou dichtslibben. Vanaf de 16de eeuw was de monding namelijk steeds ondieper geworden waardoor vrachtschepen niet meer de IJssel konden opvaren of in Kampen konden lossen.

De stadsmuren zijn dan misschien wel verdwenen, maar Kampen heeft nog steeds drie van haar oude stadspoorten in ere gehouden.

Aan de kade vind je de Koornmarktspoort. Als je onder de poort doorloopt, voelt het alsof je een kasteel binnengaat. Op sommige dagen kun je in de poort, welke toebehoort aan het stedelijk museum van Kampen. Van boven de poort kijk je via de kleine raampjes uit over de IJssel en naar de grote Bovenkerk aan de Koornmarkt.

De andere twee poorten, de Cellebroederspoort en Broederpoort, zijn een stuk eleganter dan de Koornmarktspoort. Beiden hebben slanke en meer spitse torens. De blauw-witte luiken steken fris en vrolijk af tegen de kleine bakstenen en een aantal beelden en plakkaten maken deze overgebleven poorten uit de 15de eeuw af.

Tussen de beide poorten heeft nooit een stenen muur gestaan, wel een aarden wal. Kampen grensde immers aan de zee, en vanaf land was ze nauwelijks te bereiken. Vandaag de dag bevindt zich net buiten de stadspoorten een park waar het heerlijk picknicken is op een zomerse dag.

Klein detail: de Cellebroederspoort stond oorspronkelijk aan de stadsgracht, maar is in de 15de eeuw verplaatst naar zijn huidige locatie omdat Kampen enorm was gegroeid. Vraag me af hoe ze dat gedaan hebben!

Foto: De bovenkerk, gebouwd op een heuveltje

Museum Stadsboerderij

Wie door de Groenestraat van de Cellebroederspoort naar de Broederpoort wandelt, komt langs Museum Stadsboerderij Kampen. Tot in de jaren ’50 bevonden zich in hartje centrum Kampen nog enkele boeren. Zij hielden hun koeien hier op stal, varkens waren niet toegestaan, en deze boeren lieten hun koeien elke dag buiten de oude stadsmuren grazen. Veel oude Kampenaren herinneren zich nog hoe de koeien door de straten van Kampen liepen.

Niet alleen Kampen had vanaf de middeleeuwen stadsboerderijen. Je trof ze in veel Nederlandse steden aan. De reden voor een boerderij binnen de stadsmuur was dat men in geval van een belegging (lees aanval) over voldoende vlees, melk en graan wilde beschikken, zodat de bevolking binnen de stadsmuren gevoed kon worden.

Wie door de Groenestraat wandelt ziet dat veel huizen ongewoon grote deuren hebben met daarachter een binnenterrein. Enkele bewoners gebruiken de oude zinken teilen en emmers van vroeger nu als plantenbak.

Vanwege de Corona-virus was het museum tijdens ons bezoek gesloten. Zij kunnen vanwege de kleine ruimtes niet voldoen aan de RIVM-protocollen. Maar controleer hun website voor de meest recente informatie. In het Stedelijk Museum van Kampen besteden ze ook aandacht aan deze stadsboerderijen, onder andere met oud beeldmateriaal. Het beeld van een boer die zijn koe door de voordeur naar binnenloost, vergeet ik niet snel!

Foto: Museum Stadsboerderij Kampen

Stedelijk Museum Kampen

Meer informatie over de bijzondere geschiedenis van Kampen vind je in het mooi ingerichte Stedelijk Museum van Kampen. Middels korte video’s, voorwerpen, schilderijen en teksten leer je wat Kampen bijzonder maakt. Niet alleen gaat het over haar relatie met het water en de handel, of over de verschillende bedrijven die Kampen kende, maar ook tref je hier alle Nederlandse koningen en koninginnen aan vastgelegd van ‘head to too’ op enorme doeken.

In een speciale zaal wordt de rol van religie in Kampen besproken. Immers, wie de skyline van Kampen in zich opneemt, ziet al snel drie enorm grote kerktorens boven de stad uitsteken. En als je even rondwandelt, zie je op de gevels vaak theologische hogeschool of universiteit geschreven staan. Vroeger had deze kleine stad van nog geen 36.000 inwoners wel twee theologische universiteiten, een kunstacademie en een journalistenopleiding. Vandaag de dag is er alleen nog de theologische universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) over.

Op de vraag of Kampen onderdeel is van de Biblebelt, antwoordde de geïnterviewde persoon in een museumvideo dat er eerder sprake is geweest van dat de Biblebelt naar Kampen is gekomen. Kampen heeft altijd opengestaan voor alle religies en stond bekend als een liberale stad, waar menig vluchteling door de eeuwen heen een thuis vond.

Een bezoek aan het stedelijk museum van Kampen eindigt met het betreden van de Schepenzaal uit 1545. Een weinig spannende ruimte op het eerste oog, maar wie de details bekijkt van de schouw, even gaat staan achter de verhoogde tafel naast de haard waar vroeger de stadsbestuurders en rechters zaten, voelt dat hier serieuze zaken zijn besproken en beslecht. Midden in de zaal is een soort houten hekwerk waarachter de advocaten van de verdachten plaats konden nemen. Als de advocaat de zaak moesten bepleiten voor zijn klant, dan stond hij op een verhoging voor één van de raampjes in het hekwerk en konden zij hun tekst over de ronde paal leggen om voor te lezen. Ik vermoed dat daar de term ‘ bar’ vandaan komt, wat in het Engels voor geregistreerde advocaten wordt gebruikt. ‘He is a member of the bar’.

In het zaalgedeelte voor advocaten en publiek bevindt zich een deur naar een kleine ruimte die toegang geeft tot de Schepentoren. Die toren kun je niet in, maar hier werd vroeger het archief van Kampen bewaard. De ijzeren deur stamt uit 1362 en is als krijgsbuit door de stad Kampen meegenomen uit de stins ofwel burcht Voorst vlakbij Zwolle.

Na je bezoek aan deze voormalige rechtszaal uit de 16de eeuw, kan nog de voormalige Synagoge aan de Voorstraat worden aangedaan. Het stedelijk museum organiseert hier tijdelijke tentoonstellingen en er is een herdenkingsplaats voor de Joden die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. De toen al kleine Joodse gemeenschap in Kampen, 34 leden, is na de Tweede Wereldoorlog niet meer teruggekeerd.

Bezoek de website van het stedelijk museum voor meer informatie over hun tijdelijke tentoonstellingen, openingstijden en -prijzen.

Foto: Aan het filmen in de Schepenzaal

De stier van Kampen

Op het plein naast het oude raadhuis met haar Schepenzaal staat een standbeeld van een koe. Daar schuilt een verhaal achter. Bovenop de hoge toren aan het plein groeide ooit gras op de omloop. De bestuurders bedachten toen dat men wel één van de stadskoeien naar boven kon hijsen, zodat die daar het gras kon weggrazen. Alleen plaatste men de strop om de nek van de koe, waardoor de koe al dood was voordat zij boven aankwam. Toen de koe halverwege was, riepen de Kampenaren: “Kijk toch eens hoeveel trek ‘ie heeft. De tong hangt al uit z’n bek.”

Dit verhaal wordt ook wel omschreven als een Kamper ui, ofwel een volksverhaal over hoe onhandig de Kampenaren wel niet waren.

Foto: Vanaf het Posthuus uitzicht op de stier van Kampen, of is het een koe?

Posthuus

We blijven nog even op het Oude Raadhuisplein en gaan daar het Posthuus binnen. In dit monumentale pand bevindt zich een winkel en café-restaurant waar mensen met een verstandelijk beperking werken. Een ontspannen sfeer, mooie stijlvolle inrichting en heerlijk eten. Vanachter het raam heb je uitzicht op het oude raadhuis, de nieuwe toren en het standbeeld van de Kamper koe.

Zeewaardig Kampen en haar kog

We wandelen vanaf de Korenmarktpoort, via de stadsboerderij en Oude Raadhuisplein rustig door naar het noorden. Via een steegje vanaf het Oude Raadhuisplein loop je naar de kade waar vele zeewaardige historische zeilschepen liggen aangemeerd. Ze geven de stad allure en het is heerlijk om naar de deinende boten te kijken, terwijl op de rivier menig amateurvisser professioneel zijn hengel uitwerpt. Ook zien we vele bezoekers van de stad en Kampenaren zelf naar binnen lopen bij palingboot Het Bottertje voor verse gebakken vis en natuurlijk paling.

Als we via de kade en een brug het oude stadscentrum verlaten, komen we aan bij de haven. Eerst maken we kennis met het standbeeld van een visser met zijn vrouw. Zij staan symbool voor de migratie van Schoklanders naar Kampen. In 1859 was de situatie op Schokland zodanig dat het eiland niet meer bewoond kon worden. De bewoners moesten toen hun woningen verlaten en streken neer in buurtdorp Brunnepe.

Het standbeeld is echter niet de reden om deze haven te bezoeken. We gingen er heen voor de Kamper kog. Deze 15 meter lange boot voer in de 14de eeuw over zee naar Portugal en Scandinavië. Koggen hebben net als de veel kleinere Friese schepen een vrij platte bodem en zijn genageld in plaats van geklonken. In de jaren ’90 hebben deze replica van de boot gemaakt gebaseerd op een gevonden wrak uit 1340.

Foto: Monument ter nagedachtenis aan Schokland

Kampen telde omstreeks 1450 zo’n zesduizend inwoners en beschikte over een vloot van meer dan honderd koggeschepen.

Wonderbaarlijk is het wel, hoe men met dergelijke kleine boten op pad ging voor het vervoeren van vracht. Zeker als je dat nu vergelijkt met die enorme mammoettankers.

Op de kade bevindt zich ook een middeleeuws vissershuis. Het huis is gebouwd nadat in 1993 restanten van een vissershuisje uit de veertiende eeuw waren gevonden in Brunnepe. Men heeft het precies op dezelfde manier gebouwd als toen, met muren van wilgentenen en leem en een rieten dak.

Foto: voormalig vissershuis uit de 14de eeuw

Tijdens ons bezoek was er weinig leven op de werf, maar je kunt vooraf een rondleiding boeken.

Wat is er nog meer te doen in Kampen?

  • Maak een rondleiding door sigarenfabriek de Olifant en leer over de geschiedenis van Kampen als sigarenstad terwijl je de geuren van een sigaar opsnuift.
  • Doe mee aan een stadswandeling georganiseerd door Reinier de Wit van Kampen en Beyond. In de zomer van 2020 voor slechts 9.50 beginnend om 11.00 voor het Stedelijk Museum.
  • Vaar met salonboot De Veerman van Kampen naar Zwolle over de IJssel. Deze organisatie biedt ook andere vaartochten aan zoals een sunsetcruise. Check hun website voor de verschillende afvaarten en prijzen.
  • Benieuwd of er nog specifieke evenementen of activiteiten zijn wanneer je naar Kampen afreist? Op de website van VisitKampen.nl vind je de laatste informatie.

Video van ons bezoek aan Kampen

Geef een reactie

error: Content is protected !!