Zwolle is de tweede plaats waar we stoppen tijdens onze langzamer dan langzame reis van Kampen naar Moskou. In de jaren ’90 kon je mij regelmatig in Zwolle vinden. Ik ging er op zaterdagavond uit en bracht menig uurtje door in het stadscentrum op zoek naar leuke kleding. Nu, ruim 20 jaar later, maak ik opnieuw kennis met mijn oude stad.
Tijdens deze wandeling ontdek ik hoe de vroegere handelsstad eeuwenlang innig verbonden was met de Duitse regio’s Noordrijn-Westfalen en Hessen. Ik tref veel oude gebouwen aan die een andere functie hebben gekregen en ontdek een aantal nieuwe en bijzondere plekjes in de stad.
Binnenkomst van de handelsschepen
Ik begin mijn wandeling door Zwolle op het Rodetorenplein. Het moderne woongebouw Maagjesbolwerk met daarin diverse winkels is geinspireerd door de vroegere stadsmuur die hier stond. Verder zie ik rondom het plein vooral veel terrassen van restaurants en cafés en natuurlijk een kade. Op deze plek legden namelijk de zeeschepen aan die via Hasselt vanaf de Zuiderzee over het Zwarte Water naar Zwolle vaarden. Ze kwamen vanuit de Oostzee, Engeland en Vlaanderen naar Zwolle voor het verhandelen en overladen van goederen. Een groot deel van de goederen ging op kleinere schepen verder richting het binnenland van Duitsland.
Al in 1272 werd melding gemaakt van de handel met Duitsland via Zwolle. In de beginjaren moesten de kleine bootjes eerst nog het Zwarte Water op om vanaf daar de Vecht op te varen richting Nordhorn in Duitsland. In 1600 groeven de Zwollenaren echter al een kanaal vanuit het stadscentrum naar de Vecht. Hierdoor nam de reistijd drastisch af en werd Zwolle nog aantrekkelijker als overslagplaats van goederen.
De goederen gingen niet alleen van Zwolle naar Duitsland, maar ook bracht men hout, steen en granen vanuit Duitsland naar Zwolle. Daarnaast reisden al vanaf de 17de eeuw Westfaalse landarbeiders naar Zwolle om van daaruit de oversteek naar Holland te maken. In de omgeving van Amsterdam boden zij zichzelf aan als hooi inhalers ofwel pikmaaiers bij de lokale boeren al daar. Deze Duitse landarbeiders gooiden hun bagage bij Hardenberg in een vrachtboot en liepen zelf de ruim 40 kilometer naar Zwolle. Vanaf Zwolle vertrokken ze met de nachtboot naar Amsterdam. Deze traditie werd tot de Tweede Wereldoorlog in stand gehouden.
Zwolle Waterstad
Zwolle is echt een waterstad. Door het stadscentrum lopen zelfs nog twee kleine riviertjes, de Grote en Kleine Aa. Deze riviertjes zijn in de 19de eeuw ondertunneld omdat men vermoedde dat het sterk vervuilde water de veroorzaker was van cholera-uitbraken in de stad. Veel huiseigenaren maakten bezwaar, maar de stad zette door.
De route van de Grote Aa is nog zichtbaar in het stadsbeeld van vandaag. Het riviertje loopt vanaf het Rodetorenplein, via de Melkmarkt, Grote Markt, Oude Vismarkt en Gasthuisplein richting de Plantagekerk, waar ze onder het Tweede Wereldoorlog monument weer de Zwolse gracht instroomt. Vanaf daar konden vroeger de kleine bootjes gelijk het kanaal richting de Vecht opvaren.
Historische musea in Zwolle
Vanaf het Rodetorenplein wandel ik de Melkmarkt op. Daar bevinden zich twee historische musea. Het eerste museum is het Vrouwenhuis van stichteres Aleida Greve (1670-1742). Deze dame bepaalde in haar testament dat haar woning aan de Grote Aa (nu Melkmarkt) na haar overlijden geschikt moest worden gemaakt voor de huisvesting van alleenstaande bejaarde vrouwen die lid waren van de hervormde kerk. Zij mochten gratis een kamer bewonen, kregen medische verzorging en een toelage uit de nalatenschap van de stichteres. De laatste bewoners hebben in 1984 het hofje verlaten. Daarna is het gebouw gerenoveerd en veranderd in een museum. Bezoekers worden door een aantal kamers geleid die zijn ingericht volgens verschillende tijdsperioden. Het is een particulier museum die je alleen op afspraak kunt bezoeken.
Iets verder richting de Grote Markt was tot 2017 het stadsmuseum gevestigd in het monumentale Drostehuis met een later bijgebouwde moderne uitbouw. Na een brand ging het oorspronkelijke stadsmuseum versneld dicht. Ik vond dat vreselijk, want ik had het vlak voor de brand nog bezocht en was onder de indruk van de tentoonstelling over Zwolle en de prachtig ingerichte 17de eeuwse kamers van het Drostehuis. Gelukkig is de stad Zwolle op haar besluit teruggekomen en wordt het stadsmuseum nu weer in ere hersteld. Begin 2022 gaat het weer open.
Met deze twee musea gesloten, blijft de Herman Brood Museum nog als enig historisch museum over. De in Zwolle geboren muzikant en kunstenaar heeft met zijn openlijk drugs- en alcoholgebruik heel Nederland op zijn grondvesten doen schudden. In mijn tienerjaren vond ik het wel stoer dat zo’n unieke persoonlijkheid uit mijn regio afkomstig was! Tijdens een bezoek aan de experience wordt meer verteld over zijn leven en de kunstwerken die hij heeft gemaakt.
Tot slot is er nog Museum de Fundatie. Dit museum voor moderne beeldende kunst heeft onder andere werken van Jeroen Krabbé en andere lokale kunstenaars in haar bezit. Elke keer als we in Zwolle zijn, lopen we even het museum binnen voor een bezoek aan één van hun tijdelijke tentoonstellingen. Elke keer geniet ik ook weer van het uitzicht over de stad vanuit het grote witte ei bovenop het dak.
Peperbustoren
Een bijna verplichte activiteit tijdens een bezoek aan Zwolle is de beklimming van de Peperbus. Inmiddels is deze kerktoren niet meer het hoogste gebouw van de stad, dat is kantoorgebouw IJsseltoren langs de A28. Wie de stad Zwolle nadert ziet haar nog wel steeds met kop en schouders boven de skyline van het oude stadscentrum uitsteken.
Vanaf de toren heb je een geweldig uitzicht over de stad en regio, maar voor mij is dat wat zich in de basiliek bevindt interessanter. In de Onze-Lieve- Vrouwe basiliek vind je een kist met daarin de restanten van Thomas a Kempis (1380 – 1471). De blauwgeverfde kist uit 1674 heeft op de voorkant drie engelenkoppen en een bloemversiering rond de banderol met het opschrift Reliquiae Pii Thomae a Kempis.
Thomas a Kempis is vooral bekend en beroemd geworden vanwege het door hem geschreven, of eigenlijk gecopiëerde boek, De imitatione Christi . Hierin wordt aan de hand van verschillende essays beschreven hoe je als christen zou moeten gedragen.
Grote Kerk
De basiliek is niet de grootste kerk van Zwolle, dat is de St. Michaëlskerk aan de Grote Markt. Deze kerk wordt ook wel de Grote Kerk genoemd. De kerktoren van de Grote Kerk stortte in 1669 in vanwege achterstallig onderhoud en opgelopen beschadigingen door blikseminslag. Tot de instorting was de kerktoren van Zwolle de hoogste van Nederland, hoger dan de 112 meter Domtoren in Utrecht. De kerktoren van de Grote Kerk is nooit meer herbouwd. In plaats daarvan werd een uivormige top op de toren van de basiliek geplaatst, welke na vervanging in de 19de eeuw de bijnaam Pepertoren kreeg.
Alhoewel er elke zondagmiddag nog een kerkdienst wordt gehouden, waarbij muziek centraal staat, functioneert de kerk eigenlijk niet meer als een kerk. Er is een tweedehands boekenmarkt in de kerk gevestigd, die de winsten afdraagt aan het onderhoudsfonds van de Grote Kerk. Verder wordt het gebouw nu vooral gebruikt voor tentoonstellingen en muziekoptredens.
Bethlehem
Wie vanaf de Grote Kerk de Sassenstraat inwandelt, komt uit op het Bethlehem Kerkplein. Hier laat Zwolle haar veerkracht zien, want zowel de Bethlehemkerk als Het Refter (vroegere eetzaal van monikken) staan er nog steeds in perfecte staat bij.
Ze zijn alleen nu niet meer in gebruik als een religieuze plaats, maar als horecavoorziening. All-you-can-eat-restaurant Blue Sakura heeft zich gevestigd in de oude Betlehemkerk waar ze haar moderne interieur perfect weet te combineren met de preekstoel, orgel en religieuze afbeeldinen uit lang vervolgen tijden.
De oude Refter is nu een stadscafé welke zich uitstrekt over drie etages met verschillende zalen. Met meer dan 20 biertjes op de tap is het een prima plek om vrienden en bekenden te ontmoeten, of om er gewoon even de krant te lezen.
Waalse Kerk en Synagoge
Er is zoveel historie in Zwolle! Al doorwandelend op de Sassenstraat kom ik via een kleine steeg uit op de Schoutenstraat. Als eerste zie ik een hoog gebouw met enorme raampartijen. Het is duidelijk een kerk. In deze vroegere Geertruiden-klooster, stammend uit de 15de eeuw, is sedert 1686 de Waalse kerk gevestigd. Om de 2 weken vindt hier nog steeds een Franstalige dienst plaats.
Vijf huizen verder bevindt zich de Zwolse Synagoge welke nog steeds een zeer actieve joodse gemeenschap kent. De Zwolse synagoge kan één keer per maand worden bezocht of op afspraak met een rondleiding. Wij hebben daar ruim een uur gesproken met Ingrid die ons heel veel kon vertellen over de joodse gemeenschap en haar gebruiken.
Sassenpoort
Naast de Peperbustoren kent ook iedere Zwollenaar de Sassenpoort. Vaak ben ik er onderdoor gewandeld of gefietst, maar nooit eerder was ik er naar binnen gegaan.
De Sassenpoort is van oorsprong een binnenpoort die hoorde bij de grote stadsmuur van Zwolle. De poort werd aan het begin van de 14de eeuw gebouwd en heeft sedertdien een aantal aanpassingen ondergaan, maar is grotendeels nog in originele staat. Behalve als stadspoort heeft ze ook dienst gedaan als gevangenis en van 1898 tot en met 1980 was het provinciaal rijksarchief van Overijssel in het gebouw gevestigd. Pas sinds 2012 is het geopend voor het publiek. Wie nu naar binnen gaat ziet restanten van de oude gevangenis, vele houten stellages waar vroeger de boeken van het rijksarchief op hebben gestaan, een oude tikkende klok hoog in de toren en ontmoet een aantal enthousiaste vrijwilligers die met plezier allerlei verhalen over de poort en Zwolle vertellen.
Wij maakten daar kennis met vrijwiliger Bert die ons het verhaal achter het uitstekende armpje onder de Sassenpoortbrug vertelde. In de hand van dat armpje ligt een brandend vuurkooltje. Het staat symbool voor het verraad van Zwolle. Lang geleden heeft ooit een poortwachter de buitenpoort voor de hertog van Gelre opengedaan die de stad wilde innemen. Dat is hem toen niet gelukt, maar de poortwachter wilde toch wel graag zijn beloning ontvangen. Toen die om zijn beloning vroeg, kreeg hij een brandende kool in zijn hand gedrukt als teken van verraad.
Vanaf de Sassenpoort loop ik via een park langs het water richting Museum Fundatie. Daar tegenover het museum liggen de bootjes van Hiawatha.
Zwolle vanaf het water
Met een electrisch bootje van Hiawatha vaar ik over de stadsgracht rond het oude stadscentrum. Je kunt ook het Zwarte Water opvaren of via de Nieuwe Vecht naar molen De Passiebloem gaan. Het is leuk om Zwolle vanaf het water te zien. Onderweg groet ik verschillende vissers die vanuit hun bootjes snoeken proberen te vangen. Ik bewonder de oude stadsmuur en de vele groene tuinen van huizen die in de 19de eeuw zijn gebouwd nadat een deel stadsmuur werd gesloopt. Na een uur varen keer ik weer terug naar het verhuurbedrijf. .
Slapen in Zwolle
In de oude stadsmuur, vlak achter boekhandel Waanders, is B&B Pelsertoren gevestigd. Met drie grote kamers en een dakterras is het een superklein en heel sfeervolle plek om te overnachten. Een aanrader dus!
Bereikbaarheid
Voor mensen uit de Randstad lijkt Zwolle ver weg, maar vanuit Amsterdam zit je binnen 1.5 uur op een terras in Zwolle en vanaf Utrecht is het slechts een uur. Wie met de trein komt, loopt vanaf het treinstation langs statige huizen uit eind 19de eeuw richting het stadscentrum. De auto kan op verschillende grote en betaalbare parkeerplaatsen worden geparkeerd vanaf waar je zo de stad inloopt. Geen reden dus om niet te gaan naar deze stad vol geschiedenis en bijzondere gebouwen.
Podcast over Zwolle
Luister ook naar mijn podcast over Zwolle waarin ik met Bert over de Sassenpoort en Zwolle spreek, Ingrid mij meer verteld over de Zwolse joodse gemeenschap, Sander zijn perspectief geeft op het leven in Zwolle en Andries vertelt over zijn bijzondere B&B.
Geef een reactie